Van mode-accessoires tot tapijten tot complete jurken: het zijn tastbare resultaten van het Europese project Puur Natuur – 100% Biobased (BB100). Ze werden getoond in een slotbijeenkomst in het Textielmuseum in Tilburg.

 

interreg_Vlaanderen-Nederland

Publicatiedatum
11 april 2022

In het BB100-project werkte het bedrijfsleven vier jaar lang samen met kennisinstellingen aan onderzoek naar biopolymeren voor textiel, nieuwe biobased additieven en methoden om de duurzaamheid te meten. Die uitdaging is urgent: de textielindustrie gebruikt wereldwijd maar liefst 98 miljoen ton aan niet hernieuwbare grondstoffen per jaar. De productie van een enkele spijkerbroek kost 4.000 liter water en levert 33kg aan CO2-emissies op. In goedkope productielanden verdwijnen schadelijke chemicaliën en verfstoffen soms gewoon in de bodem of de oppervlaktewateren. Textielafval wordt nauwelijks gerecycled. En ook in deze sector dreigt een grondstoffentekort, want door de stijgende vraag zal de productie tegen 2050 zijn verdubbeld.

biobased-textiel-arapahaAdditieven

Garens van biopolymeren vormen een mogelijke oplossing voor op zijn minst een deel van het probleem. Daarnaast zijn er tal van additieven nodig, bijvoorbeeld coatings, kleurstoffen en vlamvertragers. Daarover sprak Willem Uyttendaele van projectpartner Centexbel tijdens het slotevenement. Bij deze Belgische research-organisatie werkte hij onder meer aan textielcoatings op basis van PLA en PHA. Door deze te mengen met water en een plasticeerder en te verhitten, kon een homogene laag worden gemaakt die tamelijk flexibel en UV-stabiel is en bestand is tegen mechanische slijtage. Met dit materiaal is textiel zowel te coaten als te printen. Door plasticizers toe te passen die bestand zijn tegen temperaturen van 110 tot 150 graden, kon ook een hotmeltcoating worden ontwikkeld. Deze coatings zijn volgens de onderzoeker relatief marktgereed: diverse partners hebben ze al toegepast en zoeken naar commercialisatie.

Inmiddels is er ook een brede range aan biobased kleurstoffen beschikbaar, maar de lichtechtheid op termijn is nog steeds een kwestie die aandacht verdient. Ook op het gebied van biobased vlamvertragers is nog meer onderzoek nodig. De testresultaten zijn veelbelovend, maar de werking loopt na het verouderen van het textiel wel terug. Uyttendaele benadrukte dat de afsluiting van BB100 voor Centexbel dan ook niet het eind van de ontwikkeling van deze biobased producten betekent: “We werken verder aan biobased coatings en prints voor bijvoorbeeld verpakkingen en voor kleding in diverse Europese projecten. We staan open voor samenwerking met industriële partners.”

Smeltende vezels

Liset Pander van het open innovatiecentrum Texperium (gespecialiseerd in ‘high performance reprocessing’ van textiel) ging tijdens het slotevenement via video in op de uitdagingen bij het mechanisch recylen van PLA-vezels tot open end garens. Dat gebeurde door ze machinaal te shredden, kaarden en spinnen. Het eerste probleem dat daarbij optrad was dat de machines niet op volle snelheid konden draaien. Ze werden daarbij veel heet, waardoor de PLA-vezels smolten. “Het kwam erop neer dat we de vezels maar op eenderde van onze normale productiesnelheid konden verwerken. We hopen dat er in de toekomst PLA-kwaliteiten op de markt komen die het ons wel toestaan om ze op volledige snelheid te verwerken.” Ook traden er bij het kaarden zwakke plekken op en leidde ook het spinnen tot veel garenbreuk door problemen met de temperatuurregulatie, waardoor zowel de vezels als de spincoat smolten en vastliepen.

Radicaal omdenken

Chemisch recyclen is daarom mogelijk een betere oplossing. Volgens circulair ondernemer Josse Kunst van ARAPAHA (interieurproducten) zou het ‘polyesterverjongingsproces’ van het bedrijf CuRe Technology, waar hij als CCO actief is, een goede oplossing zijn voor grootschalige textielrecycling. Dat is ook de methode die ARAPAHA gaat gebruikten voor zijn in het BB100 project ontwikkelde volledig uit PLA gemaakte tapijt; het eerste ter wereld.

Traditioneel tapijt is een complex product dat bestaat uit vele lagen van uiteenlopende materialen. Gewoonlijk zijn dat ook nog eens niet-afbreekbare fossiele kunststoffen. Dat maakt het moeilijk te recyclen. In West-Europa belandt zeker 97 procent van alle weggegooide tapijten dan ook op de stort of in de verbrandingsoven. “Samen wegen alle tapijten die jaarlijks worden weggegooid evenveel als 160 Eiffeltorens. Dat is absurd. We moeten radicaal omdenken. Als we alle tapijten in Europa door 100% biobased tapijt zouden vervangen en recyclen, zouden we 6 miljoen ton CO2 emissies per jaar kunnen besparen.”

Partners

Het Project Puur Natuur: 100% Biobased werd gefinancierd binnen het Interreg V programma Vlaanderen-Nederland, het grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Deelnemers waren het Aachen-Maastricht Institute for Biobased Materials (AMIBM, penvoerder), het Belgisch technisch en wetenschappelijk centrum voor de textielindustrie Centexbel, het Centre of Expertise Biobased Economy (Avans en HZ), het Texperium en de International Fibres Group (IFG).

Bij het gebruik van deze website gaat u akkoord met het gebruik van cookies. Meer informatie

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close